'Je komt iemand tegen en begint allebei te zingen, dat is liefde’

Musical interview | Claudia de Breij was vastbesloten om uit haar comfortzone te stappen en staat nu naast hardwerkende musicalartiesten in Hadestown. 'Cabaretiers zijn eigenlijk luilakken.'

'Ik ben helemaal kapot, maar ik vind het zó leuk. Leuker dan ik had gedacht. Goddank." Cabaretier Claudia de Breij (50) heeft een sprong in het diepe gewaagd en repeteert sinds een paar weken voor haar rol als Hermes in de musical Hadestown. Wacht, wat? Ja, een heuse mjoesikul, die deze zomer alleen te zien is in Koninklijk Theater Carré in Amsterdam. In een van de foyers van het theater vertelt De Breij wat er zo leuk is aan musical.

"De vraag moet zijn: wat is er zo leuk aan Hadestown? Ik zag laatst een filmpje van Anaïs Mitchell, de singer-songwriter die de musical gemaakt heeft. Ze vertelde dat ze, samen met regisseur Rachel Chavkin, had bedacht dat het een avond is die het midden houdt tussen een theatervoorstelling en een concert. Je moet als publiek het gevoel hebben dat niet elke avond hetzelfde gebeurt."

Wie dezer dagen door de gangen van Carré loopt, hoort beneden al meerstemmig gezang door het trappenhuis klinken. In de repetitieruimte is het druk, er wordt met verschillende leden van de cast en het ensemble gewerkt aan een scène waarin Eurydice breekt en kiest voor een verblijf in Hadestown, de moderne versie van de onderwereld van Hades.

'Ik smul ervan'

Keer op keer wordt elk personage heel precies neergezet en krijgt Eurydice van de regisseur mee welke emotie deze scène vereist. De musical Hadestown is een Engelstalige hervertelling van de mythe van Orpheus en Eurydice, de beroemde liefdesgeschiedenis van de bard die door zijn mooie muziek de kans krijgt zijn geliefde uit de onderwereld te bevrijden. Er is één voorwaarde: hij mag niet omkijken op hun weg terug.

De Breij hoeft even niet te repeteren, want zanger en acteur Maarten Heijmans, met wie ze de rol van Hermes deelt, zingt nu de longen uit zijn lijf, samen met zijn collega's. De vraag is of het een heel ander slag mensen is, musicalartiesten.

De Breij: "Mensen die in musicals spelen, zijn de hardst werkende mensen in ons vak, cabaretiers zijn eigenlijk de luilakken. Wij spelen geen acht keer per week bijvoorbeeld. Het is heel tof om nu te werken met mensen die Hadestown op West End in Londen hebben gespeeld. Ik smul daarvan. Begaafde, doorgewinterde acteurs, het is vakmanschap, waar levenservaring en talent onder zit."

Ze geniet zich suf: "Ik ben dol op musical, ik vind het een mooie theatervorm. Ik vind het heel inspirerend en probeer elk jaar naar Broadway in New York of West End in Londen te gaan om musicals te zien. Wie bijvoorbeeld mijn theaterprogramma Nu uit 2017 heeft gezien, met daarin mijn bewerking van het Wilhelmus, weet dat de inspiratie daarvoor uit de musical Hamilton komt. Als klein meisje was er elke woensdagmiddag een film met Gene Kelly en Ginger Rogers op tv en die heb ik allemaal gezien. Ik denk nog steeds dat liefde is: je komt iemand tegen en je begint allebei te zingen en dan dans je synchroon het beeld uit."

De Breij is een maker en stond niet eerder in de productie van een ander. Wat maakte dat ze toch auditie deed?

"Ik ben de voorstelling eerst gaan kijken om deze afweging te maken. Precies deze vraag: moet ik dit willen? Na ongeveer een kwartier in de voorstelling brengt Orpheus een toast uit: 'To the world we dream about. And the one we live in now.' Dat vond ik zo ontroerend, het is voor mij precies de reden waarom ik op het toneel sta. Ik zag toen Melanie La Berrie als Hermes en dacht niet meteen: dit kan ik wel. Ik dacht: misschien kan ik dit. Bovendien, dichter bij mijn meisjesdroom kom ik niet. Wanneer krijg je nou de kans om met een Broadway-regisseur te werken?! De andere overweging die meespeelde, was: ik ben vijftig. Ik hou heel erg van dingen voor het eerst doen. Maar hoe ouder je wordt, hoe minder 'eerste keren' er zijn. Dus als er zich zo'n kans voordoet..."

De Breij speelt Hermes, de verteller in het stuk. "Voor deze rol maakt gender of kleur niet uit. Ik zie trouwens in de repetities al dat Maarten een heel andere Hermes is dan ik. We hebben allebei een verschillende manier van een verhaal vertellen. Het is een zingende rol en je trekt het publiek mee het verhaal in. Hermes is tegelijkertijd een soort geweten en klankbord voor Orpheus. Daarom vind ik het zo'n gave rol: ik heb met al mijn tegenspelers iets uit te zoeken. Ik ben geen acteur, ik heb geen opleiding, maar deze rol en dit stuk nodigen vanzelf uit om te gaan acteren."

Hadestown is, ondanks de inspiratie op de Griekse mythe van tweeduizend jaar geleden, verrassend actueel. In Amerika werd bijvoorbeeld een parallel gezien tussen de song Why We Build the Wall en de politieke campagne van Donald Trump, die in 2016 president werd met de belofte een muur te bouwen op de grens tussen de Verenigde Staten en Mexico. Overigens bestond dit lied toen al tien jaar. Maar ook in deze tijd zijn er genoeg overeenkomsten te zien, vindt De Breij.

"Je weet dat Orpheus omkijkt tijdens de terugtocht. Het is een enerverend moment in de voorstelling, want hij verliest daarmee Eurydice. Hermes is er óók kapot van. Maar dan zegt Hermes iets als: 'It's an old song and that is how it ends. But here's the thing: to know how it ends and still begin to sing it again.' In het publiek zat ik op dit punt te snotteren, want precies hierom heb ik het zelf ook nodig om deze voorstelling te spelen in deze tijd.

"Ik zit vaak naar het nieuws te kijken en denk: ik weet hoe dit afloopt. En toch sta ik vanavond weer ergens een liedje te zingen? Voor wat eigenlijk? Er is een genocide gaande en tegelijkertijd een ecocide, het is maar net welke kant je opkijkt. De mensen die het nog ontkennen gaan er net zo hard aan als degenen die het wel onder ogen zien, want dit is de wereld nu. En toch staan we op, kleden we ons aan en gaan we erop uit. Het heeft geen zin om maar vast te gaan liggen. Deze voorstelling appelleert heel direct aan dat gevoel en daarom vind ik het hoopvol."

Er komt een groep mensen langs tijdens het gesprek, ze krijgen een rondleiding door Carré. Een mevrouw herkent Claudia de Breij meteen en zegt: "U gaat hier optreden, hoorden we net". Een meneer vraagt: "Mag ik een selfie met jou?" De Breij biedt aan de foto te maken. "Kijk, zo patent heb ik er nog nooit opgestaan," zegt hij dankbaar.

Nieuwe voorstelling

De Breij repeteert al weken voor Hadestown, maar speelde tot eind mei ook nog haar voorstelling Wat als. Met een buitenwereld die regelmatig absurd overkomt, is het misschien wel ingewikkeld om een geëngageerde cabaretier te zijn?

"Ik heb al zeker tien jaar het idee dat politici zo weinig verantwoordelijkheid nemen voor wat ze zeggen, dat je denkt: de rollen raken omgedraaid. Een cabaretier kan bijvoorbeeld niet consequentieloos een bevolkingsgroep over een kam scheren. Daar kom je niet mee weg, maar politici doen dit de hele tijd. Wat een Marjolein Faber doet is zo ridicuul, dat het bijna niet meer te ridiculiseren is. Het klopt niet meer. Ik heb zelf niet het idee dat het nu moeilijker is om cabaretier te zijn, helemaal niet. Is het makkelijker? Ook niet per se.

"Ik heb in mijn voorstellingen altijd ontzettend geageerd tegen de visieloosheid van Mark Rutte, en nu denk ik: wat waren we gelukkig toen." Ze lacht. "In Wat als is een van de slotzinnen: 'Onbezorgd ben je altijd achteraf.' Dit is wel zo'n geval."

Is deze uitstap een fijne manier om even niet aan een nieuwe voorstelling te beginnen? "Nee, eigenlijk niet, want dit kwam zo onverwacht op mijn pad. Er zijn cabaretiers die heel gelukkig worden van telkens hetzelfde rondje door Nederland, maar ik hou heel erg van nieuwe dingen. En ik heb in deze repetities nu alweer zoveel geleerd, zoveel nieuwe mensen leren kennen en zoveel andere gesprekken gehad, dat het een mooie voedingsbodem vormt voor mijn nieuwe voorstelling. Want die komt er zeker."

De première van Hadestown is op 29 juni in Theater Carré en daar te zien tot eind augustus. Vanaf 20 juni zijn er al try-outs.

Interview: Rinkse Wels